Geachte Heer Darwin,

 

De redactie van De Volkskrant vroeg mij U deze brief te schrijven. Dat is raar, want U bent al lang dood, dus richt ik me ook maar tot de lezers van De Volkskrant. Laat ik dan maar met de deur in huis vallen. Ik vind Uw theorie veel belangrijker dan zo maar een verklaring van het ontstaan van soorten, en ik spreek ook liever niet meer van een «theorie», maar van een inzicht. Dit inzicht betreft niet alleen maar planten en dieren, maar ook, ja vooral ook, de mens zelf. Geen wonder dat de kerken zich tegen dit inzicht verzetten, want de mens blijkt nu wel iets heel anders te zijn dan «een zoon van God», of hoe ze dat ook maar willen zeggen. Onze missie op deze planeet is een totaal andere dan de meeste religies ons willen doen geloven, namelijk geen enkele.

            En dus werd er in het lesmateriaal dat ik destijds kreeg bij de biologielessen op school, met geen woord gerept over «evolutie». Mijn biologielerares deed weliswaar pogingen om die omissie te repareren, maar ook zij had er eigenlijk maar weinig van begrepen. «De soort wil zichzelf in stand houden», vertelde ze, maar ook: «de soorten willen evolueren tot nieuwe soorten». Waarom willen ze dat alles? Dat zei ze er niet bij. Eigenlijk werd mij dat pas echt duidelijk uiteengezet in de boeken van Richard Dawkins, die ik iedereen kan aanraden.

            Natuurlijke selectie, dat was het mechanisme van de evolutie, zo stelde U. Daar is Dawkins het helemaal mee eens, maar hij gaat veel verder. Hij kan veel nauwkeuriger de fysische wetten van dit mechanisme aangeven, door te stellen dat de informatie door 'genen' wordt doorgegeven. Deze genen zitten in onze chromosomen, en kunnen worden uitgewisseld. Je kunt dan, tot op zekere hoogte, gewoon uitrekenen hoe efficiënt verschillende eigenschappen aan het nageslacht worden doorgegeven, en de biologen kunnen waarnemingen doen om uit te zoeken hoe goed die berekeningen kloppen.

            En zulke berekeningen kun je dus ook op de mensheid toepassen. Je krijgt dan heel ontnuchterende inzichten die niet alleen onze lichamelijke kenmerken verklaren, maar ook ons karakter, inclusief al onze kwalijke trekjes. Die zitten in onze genen. Een opmerkelijk voorbeeld zie je regelmatig in de nieuwsmedia, als ze de gruwelijkheden beschrijven waar mensen toe in staat zijn wanneer ze oorlog voeren. Legers trekken door dorpen van de overwonnen vijand; de mannen worden er gedood en de vrouwen verkracht. Iedereen die niet direct de spanningen, angsten en ontberingen van de strijd zelf ondervonden heeft, spreekt schande van dit beestachtige gedrag. Natuurlijk is het verschrikkelijk, maar men wil kennelijk ook niet weten dat dit gedrag in onze genen zit, dat door een evident natuurlijk selectiemechanisme is ontstaan.

We moeten dus wel beseffen dat dit een natuurwet is, en de natuurwetten maken geen onderscheid tussen goed en kwaad. Wij mensen maken wel onderscheid tussen goed en kwaad, en dus willen we de effecten van dit soort akelige natuurwetten zo veel mogelijk beteugelen, maar dan helpt het wel heel veel als we de oorzaken ervan goed begrijpen.

            Zelfs sommige biologen hebben nog niet goed het mechanisme van de evolutie begrepen. Een ontstellend voorbeeld daarvan zag ik enige tijd geleden in een TV programma, waar het publiek vragen mocht stellen aan wetenschappers. Iemand uit het publiek vroeg toen: «Waarom hebben mannen tepels?». Een buitengewoon interessante vraag, die aan een biologe werd voorgelegd. «Nou», zei deze biologe, «het komt wel eens voor dat een man een kind moet zogen. Als ze goed hun best doen lukt dat wel eens!»

Allemachtig, meneer Darwin, wat vindt U van die quatsch? Hebt U ooit gehoord van een man die daar in slaagde? Ik wil best geloven dat de natuur soms rare uitwassen laat zien, en ik vind het denkbaar dat heel incidenteel een man met wat veel borstaanleg wel eens melk zou kunnen produceren, maar hangt het voortbestaan van de mensheid van zulke uitzonderlijke gebeurtenissen af? Moeten daarom alle mannen tepels hebben? Geldt dit voor alle andere zoogdieren ook? Is hier natuurlijke selectie aan het werk? Natuurlijk niet, en ik denk dat de werkelijke verklaring van die mannelijke tepels veel interessanter is, want hier krijgen we iets te zien van het fysische mechanisme van de overerving. Wij mannen dragen ook de genen die voor vrouwen bedoeld zijn. Wij hebben tepels omdat onze vrouwelijke wederhelften die nodig hebben. Een «intelligente designer» zou onmiddellijk een vlakgummetje gepakt hebben en die overbodige mannelijke tepels helemaal hebben uitgewist, want hij zou zich schamen voor zo'n rare fout. De natuurwetten echter kennen geen schaamte. Die tepels doen ons absoluut geen kwaad en dus blijven ze gewoon zitten.

            Een soortgelijke overweging betreft de tenen aan onze voeten. Waarom hebben wij vijf prominente tenen aan iedere voet? Ieder ander wandelend wezen heeft aan twee of drie uitsteeksels genoeg. Waarom hebben wij er vijf? Ik denk, meneer Darwin, dat dit ook te maken heeft met het mechanisme van de overerving. Wij hebben vijf tenen omdat voor ons die vijf vingers aan onze handen zo belangrijk zijn! Wellicht zijn er genen die nauwelijks onderscheid kunnen maken tussen handen en voeten. Ik vind dit een verschrikkelijk interessante gedachte die ik graag aan echt deskundige biologen zou willen voorleggen.

            U, meneer Darwin, duidde als eerste op een echt fysisch mechanisme voor het evolutieproces. Zelfs vandaag nog lijkt het alsof biologen weinig oog hebben voor het causaliteitsbeginsel. Ik ontmoet ook nu nog biologen die menen te kunnen constateren dat heel soms tòch een aangeleerde eigenschap kan worden doorgegeven aan het nageslacht. Die lui snap ik niet, want als fysicus kan ik het mechanisme daarvan absoluut niet begrijpen. «Wat je kunt aanleren is welke genen je gebruikt en welke niet», vertelde men mij, «en dat vermogen kun je aan je nageslacht doorgeven». Maar ook daar snap ik niets van. Volgens mij verschuif je de moeilijkheid dan alleen maar. Uw verklaring, survival of the fittest, snap ik wel. U was Uw tijd dus méér dan 150 jaar vooruit! Alleen bestaan er ook eigenschappen die aan de fysica van de erfelijkheid zijn toe te schrijven en niet aan natuurlijke selectie.

            Wat de mens betreft is er nog een heel interessante vraag: Hoe gaat dat nu verder met de evolutie, meneer Darwin? Zal de mensheid zich in meerdere soorten splitsen? Onlangs voorspelde een bioloog dat er een mensensoort zal ontstaan met grote, lenige en goed uitziende individuen, en een tweede soort van meer gedrongen onderkruipsels. Hier geloof ik dus niets van. Daar is de mens veel te promiscue voor. Soortenvorming, speciatie, treedt pas op als diverse groepen een hele lange tijd niet of moeilijk kunnen mengen. Misschien gaan er in de verre toekomst mensen op de Maan wonen, of op Mars. Zij zullen zich aan een totaal andere omgeving moeten aanpassen. Misschien worden dat dan wel andere soorten!

            Zal de mensheid steeds intelligenter worden? Mag ik eens raden? Dan zeg ik nee. Er vindt geen selectie meer plaats in die zin. De grootste ploert vermenigvuldigt zichzelf beter dan een veel intelligentere intellectueel. Dus we blijven dom, en worden zelfs dommer, als de onophoudelijke reeks onderwijshervormingen door gaat. We blijven ook religieus, want de meeste godsdiensten dringen aan op het hebben van veel kroost. Ze prediken tegen de evolutietheorie, maar maken wel gebruik van natuurlijke selectie! Dawkins wond zich hier erg over op en schreef er hele boeken over. Het zal niet helpen vrees ik, meneer Darwin. In plaats van onze hersenen zullen onze sexorganen steeds groter worden. Evolutie. Je kunt er niets tegen doen.

 

 

 

Gerard 't Hooft,

Utrecht

Januari 2010