Pakken de
overheden moslimextremisme wel goed aan?
Gerard 't
Hooft
"We
gaan ze uitroken uit hun holen", zei President Bush na de 9-11 aanvallen.
Die terroristen kunnen niet hard genoeg worden aangepakt. Militairen werden er op
afgestuurd, en vandaag worden in Nederland Siriëgangers opgespoord en zo
mogelijk berecht. Verregaande veiligheidsmaatregelen worden genomen met name op
vliegvelden. Helpt het allemaal? Niet zo heel erg goed, lijkt me.
Als
wetenschapper heb ik geleerd dat het stellen van de juiste vraag dikwijls nog
moeilijker is dan het beantwoorden ervan. Voordat we de vraag juist gaan
stellen, en voordat we beginnen met het zoeken naar antwoorden, moeten we eerst
wat meer moeite doen het verschijnsel van godsdienstextremisme beter te
begrijpen.
Een
middelbare schoolleraar van mij liet zijn klas wel eens weten wat hij allemaal
verkeerd vond aan het onderwijscurriculum. Er moet een vak
"Menskunde" komen, stelde hij. De klas reageerde niet. Wij begrepen
helemaal niets van menskunde, maar dat wisten we nog niet. Pas met de jaren, en
met de ervaringen in het doen van wetenschappelijk onderzoek, krijg je het
gevoel een heel klein beetje beter te begrijpen hoe wij in elkaar zitten en wat
ons drijft. Pas dan zie je ook hoeveel onbegrip er heerst in de wereld. Slechts
een enkele keer horen we psychologen belangrijke dingen vertellen over menselijk
gedrag. Psychologie lijkt
mij een belangrijker wapen tegen terroristen dan alle militaire
geweldsmiddelen. Ik ben geen psycholoog, dus ik moet het doen met het beetje
levenservaring dat ik nu heb.
Hoe
e.e.a. in zijn werk gaat zie je pas duidelijk als je naar opgroeiende kinderen
kijkt. Je ziet hoe ongelofelijk snel ze leren spreken, staan, lopen, dingen
doen die oudere kinderen en volwassenen ook kunnen. Er is een enorme drijfkracht
om de dingen goed te doen, en je ziet hoe ze daar, met vallen en opstaan,
uiteindelijk in slagen. Aan wil en ijver ontbreekt het niet. Daarna gaan ze
zich specialiseren, de één kan beter sporten dan de ander, een ander kan mooier
muziek maken, weer anderen slagen erin hun scooters op te voeren,
en er zijn kinderen bij die ware bollebozen zijn met computers, enzovoort. Waar
komen die verschillen vandaan?
Merk op
dat kinderen heel goed de wereld om zich heen observeren. Als ze zien dat ouderen
geheel in vervoering kunnen raken van mooie muziek, willen ze ook muziek gaan
maken. Als ze zien dat oudere kinderen er gek op zijn hard te kunnen racen met
hun scooters, dan willen ze dat ook kunnen. Zelf zag ik toen ik klein was hoe
wetenschappelijke ontdekkingen zoals de kernenergie de wereld konden
veranderen; dat wilde ik dus ook kunnen, en daarom werd ik natuurkundige.
Heel veel
kinderen zien hoe hun ouders zich voor de televisie opwinden over de capriolen
van hun voetbalidolen. Dan willen ze zelf ook topvoetballer worden, en kijk
eens hoe handig ze in korte tijd leren met die bal om te gaan!
Dit is
een prachtig mechanisme. Iedereen wordt expert ergens in, en dat hebben we
nodig ook. Dit zijn de krachten waar de menselijke samenleving op drijft. In de meeste gevallen hoeft
niemand in te grijpen. Jongeren ontdekken zelf hun plaats in de samenleving.
Helaas echter, gaat dat soms fout.
Dat
begint al met het voetballen. Hoeveel mensen volgen niet ademloos de
wereldbekerwedstrijden? Twee miljoen? Vijf miljoen? Dat zijn dan ook de
aantallen kindertjes die geïnfecteerd raken met het idee dat ze topvoetballer
moeten worden. Maar dan is er een probleem. Ons land heeft geen vijf miljoen
topvoetballers nodig. Het overgrote deel gaat het dus niet halen. Ook in de
muziek zie je grote aantallen fantastische talenten, maar hoeveel talentvolle
musici wil een samenleving hebben? Meer dan het aantal benodigde voetballers,
maar ook hier zal de concurrentie moordend zijn. Ziehier nu het probleem: er
ontstaat een mismatch. Het mechanisme dat ik beschreef moet zijn ontstaan toen
er nog maar weinig mensen waren. Voor ieder talent was nog wel plaats. Meestal,
maar de wereld is altijd hard geweest: is er geen plaats meer voor je? Jammer.
Zie maar wat je gaat doen.
Wat ga je
dan doen? Dan zoek je iets anders, maar het mechanisme blijft hetzelfde. Je
kijkt naar die activiteiten die de mensen aangrijpen. Je ziet op de TV hoe je
indruk kunt maken op anderen. Inmiddels heb je moeten ontdekken dat de wereld
harder in elkaar zit dan je dacht. Nog steeds is de drijfveer: ik wil iets
doen, ik wil rijk worden, macht krijgen, iets betekenen, ontzag inboezemen. Met
voetballen ging het niet, mijn muziektalenten zijn ook niet afdoende, dus wat
nu?
Er kan nu
van alles gebeuren. Ouders, scholen, overheden, maatschappelijk werkers, hebben hier
een heel belangrijke rol te spelen. Er zijn allerlei specialiteiten waarvan we
liever niet willen dat jongeren zich daarop toeleggen. Zelf zullen ze dat ook
niet graag willen, maar het kan gebeuren dat een jongere geen andere uitweg kan
verzinnen. Ze kunnen de misdaad ingaan, en ze kunnen ook extremist worden. En
let wel: zelf weten ze absoluut niet wat hen drijft. Ze hebben nooit
"menskunde" geleerd.
Waar het
mij nu om gaat is hoe de samenleving reageert op de acties van de extremisten.
Er worden militairen op afgestuurd, regeringsleiders die enorm veel indruk
maken houden er speeches over. Overal worden maatregelen genomen. Vliegvelden
worden verbouwd. Het is duidelijk: als je echt aandacht wil dan moet je terrorist
worden! Zo'n Osama Bin Laden was machtiger dan de Amerikaanse president, en
waar kwam Osama nou vandaan? Uit een hol in de grond, lijkt wel. Het kan niet anders, hier
moet een magische aantrekkingskracht van uitgaan (al kwam hij niet uit de grond,
maar uit een rijke Arabische familie, als ontspoorde jongere).
Deze
krachten op jongeren zijn zo sterk dat ze zelfs bereid zijn zelfmoordacties uit
te voeren. Eventjes de aandacht van de hele wereld krijgen en dan dood gaan,
men heeft het er kennelijk voor over. En die religie? Ach, als dat verhaaltje
er bij moet dan pakken we dat wel mee. Wel moeten we serieus klinken, dus de
geringste spot met het religieuze verhaal zal niet worden getolereerd.
En nu dus
de vraag, wat doen we hier tegen? In de eerste plaats de volgende overweging:
moslimextremisme, net als iedere andere vorm van extremisme, moet je als een gevaarlijke
besmettelijke ziekte zien. Als je dit extremisme wilt tegengaan moet je de
ziekte bestrijden, niet de patiënt. Die laatste kun je met militair geweld
doden, maar dan is de ziekte allang doorgegeven. Nee, het is de ziekte die we
moeten aanpakken.