Hooftrekenen

`Meldingstijd op luchthaven 2 uur voor vertrek", kakelt het formulier van het reisbureau. Het doet me denken aan een uitspraak van Leon Lederman: ``If you never miss a plane, you are spending far too much time waiting at airports". Hij heeft gelijk natuurlijk. De vliegmaatschappijen nemen veel weg van de voordelen van het snelle vliegen met al die nodeloze wachttijden. Anderhalf uur krijgen ze nu van mij. Plus tien minuten voor als er een file is, want ik ga met de auto naar onze nationale vlieghaven. Meestal neem ik de trein, want men is er eindelijk in geslaagd de parkeertarieven op Schiphol tot zulke astronomische hoogten te laten stijgen dat ik de extra ergernissen van een treinreis meestal voor lief neem. Ik moet dan wel ten minste een half uur extra incalculeren voor vertragingen (praktisch een zekerheid als je, zoals ik, twee keer moet overstappen), en weer wachten, wachten , wachten...

Heel lang geleden was er de KLM-bus, die je in 40 minuten van Utrecht- Centraal station rechtstreeks naar de terminal van de luchthaven bracht, zonder dat ik me ooit een vertraging herinner... . Slechts één keer ging het mis. Dat was de dag nadat met veel fanfare het treinstation van Schiphol was geopend. Daar stond ik, vergeefs wachtend op die bus. ``Maar meneer, we hebben nu de trein!", vertelde de lokettiste veontwaardigd. Tja, toen ik daarmee eindelijk op Schiphol arriveerde bevond mijn vliegtuig zich al in de lucht.

Nu dus met de auto, want mijn reis duurt deze keer maar een paar dagen. Het parkeergeld moet op te brengen zijn. Geen file, en de ANWB geeft je een soort sluiproute naar de terreinen voor het Lang-Parkeren. Een nieuwe verrassing wacht me daar. Het parkeerterrein is veranderd in een ganzenbord, waar je de weinige vrije plekjes alleen maar via enorme omwegen kunt bereiken. De vroegere doorgaande paden worden met moderne verkeersbelemmeringstechnieken afgeschermd. Ach, het zal wel weer, denk je dan. Vroeger, toen ze daar in je woonplaats mee begonnen, wond je je er nog over op, maar, zoals je dan te horen krijgt: ``het went wel, hoor!".

Ik zoek een plekje niet te ver van het busstation naar de terminal. Dat valt nog wel te lopen. Maar nu zie ik de reden voor de modernisering: een klein karretje rijdt heen en weer, over een baan waar auto's niet meer mogen rijden. Kennelijk bedoeld om passagiers die met zware koffers moeten sjouwen van dienst te zijn. Toevallig komt het min of meer mijn kant op. Ach, waarom niet. Maar, de deuren ervan zijn dicht, en het rijdt door. Hé, ik wil erin, hoe moet dat?

Even verderop zie ik iets dat op een halteplaats voor het karretje lijkt. Ik sprint ernaartoe, springend over de verkeersbelemmeringen, die immers voor auto's moeten zijn bedoeld, niet voor voetgangers. Het karretje stopt ineens, en begint sirenegeluiden te produceren. Een fel rood licht knippert aan en uit, en een signaal zegt: ``Obstakel gesignaleerd!'' Verdraaid, dat obstakel ben ik. Ik ben zo brutaal geweest vijftien meter vóór het karretje over te steken, dat mocht zeker niet. De zaak wordt nu geheel duidelijk. Het karretje heeft geen menselijke bestuurder, en dit is waarom men niet wil dat auto's zijn pad kunnen kruisen. Het is ook de reden waarom het verschrikkelijk langzaam rijdt. `Stapvoets', zou nog te flatterend zijn om zijn snelheid aan te duiden. Het kruipt. Geduldig wacht ik tot het geval weer op gang komt, op weg naar mijn halteplaats.

Wat is dit nu? Het ding stopt niet voor mij, het rijdt door! Hoe moet ik het laten stoppen en hoe moeten die deuren open? Er staat iets geschreven bij de deur, maar dat kan ik zo gauw niet lezen. Mijn koffer moet ook mee, en ik heb geen handen vrij om een uitnodigende knop in te drukken. Of is dat juist een alarmknop waarmee je het hele systeem een uur lang blokkeert? Je kunt me wat, denk ik, en ik laat het karretje schieten. Dan dus toch maar lopen naar de busterminal, zo ver is het niet. In mijn gebruikelijke sprint marcheer ik naar de halte van de pendelbus. Net op tijd, de bus rijdt weg, met mij er nog net in. In de verte zie ik het karretje waar ik in had willen zitten, tergend langzaam naderbij komen. Die zou nog maar net op tijd zijn geweest voor de volgende bus. Lang leve de service. Kennelijk bedoeld voor passagiers die helemáál geen haast hebben.

Een uur later. "Deze vlucht heeft een vertraging van plusminus een half uur''. Nou, dat er een vertraging is, heb ik al begrepen, want anders hadden ze de mensen er wel al ingelaten, en dat halve uur dat ken ik. Daar heb ik een tas vol boeken voor meegenomen. Een juiste inschatting, want even later: ``Vanwege de grote verkeersdrukte rond Schiphol zal deze vlucht een uur later vertrekken dan op het schema staat. Wij verontschuldigen ons voor het ongemak''. Verontschuldigen ons? Dit is helemaal geen verontschuldiging! Al die vliegtuigen staan toch al maandenlang in de computer? Ontdekken ze dan nu pas dat die niet allemaal tegelijk kunnen landen en opstijgen? Hoe zou een echte verontschuldiging moeten klinken?

``Dames en Heren, door een onbegrijpelijke vergissing van één van onze softwaremensen heeft ons computersysteem de verkeersdrukte niet aan zien komen ...'' Nee, daar trapt niemand meer in. Vertragingen ``door verkeersdrukte'' zijn er iedere dag. ``Dames en Heren, wij wachten thans nog op die ene passagier die gebruik heeft gemaakt van het automatische vervoer bij het Lang Parkeren, en die nu de knop probeert te vinden om eruit te komen ...'', ja dat klinkt overtuigender.

Na vijf dagen ben ik weer terug. Op de parkeerplaats. Het vertrouwde karretje zie ik heel in de verte. Van zo'n afstand zie je het niet bewegen. Even betalen. Honderd gulden voor een paar luttele dagen. Te voet naar de auto, en weer helemaal omrijden om eruit te komen. Tienduizenden auto's staan hier. Da's, even rekenen, miljoenen guldens die men hier in enkele dagen opstrijkt.

Dat zal deze volledig misplaatste investering in automatisch vervoer zeker ook wel gekost hebben.

Zou men van al dat geld niet een werkstudent kunnen betalen die maar wat graag dat karretje zou willen rondrijden, geen verkeersbelemmeringen, veel minder tijdsverlies, geen ergernissen, ...

Welnee. We leven hier in Nederland.