Hooftzakelijk

Om vervolging op religieuze gronden te voorkomen waren zij uit hun vaderland in Zuid-Europa gevlucht, en zijn zij neergestreken in Amsterdam. Weliswaar niet erg welkom, maar zij werden daar wel getolereerd. Hun zoontje, Baruch, was een oproerkraaier die tegen het Gezag aanschopte, vooral als dat kerkelijk was. Die vertelde bijvoorbeeld doodleuk aan zijn geschokte medestudenten dat de auteur van de Bijbel geen snars meer van natuurkunde begrepen had dan zij zelf.

Tot zover klinkt dit alledaags, maar ik heb het nu over de Heer en Mevrouw de Spinoza, en hun zoontje die zijn naam in het latijn vertaalde: Benedictus. De vergelijking met de moderne tijd gaat ook niet helemaal op, want de Spinoza's waren welgesteld, en het zoontje mocht naar hartelust studeren. Hij werd dan ook één van Nederlands belangrijkste filosofen, wellicht dè belangrijkste. Met zijn ideeën over determinisme en het bestaan van absolute waarheden was hij zijn tijd ver vooruit. Wat ik lees over Benedict de Spinoza is een verademing in vergelijking met de taal die sommige moderne filosofen uitslaan, temeer als je beseft in wat voor tijd hij leefde.

Hij is ook ònze tijd vooruit, want in determinisme gelooft nu weer bijna niemand (behalve ik). Wat zou Spinoza van de supersnarentheorie hebben gedacht? In eerste instantie zou hij wel enthousiast zijn geweest: jawel, een geometrische theorie, een Theorie van Alles, precies zoals hij die zich gewenst had! Past ook mooi in de opvattingen van die andere allochtone Nederlander, René Descartes, wiens werk hij uitvoerig had bestudeerd. Toch zie ik zijn wenkbrouwen fronsen: quantummechanica, geen determinisme, een theorie zonder begin en zonder eind, niet door waarnemingen gestaafd ..., dit werk is niet af!

Precies, meneer de Spinoza, en daarom hebben wij nu hier dit Instituut opgericht, het Spinoza Instituut. De bedoeling is dat wij hier dit varkentje even gaan wassen. Trachtte men Spinoza de mond te snoeren door hem te verketteren en de synagoge uit te gooien, in onze tijd worden subtielere methodes gebruikt. In de wintermaanden gaat veel van mijn tijd op in colleges geven en vergaderen (o.a. over het Spinoza Instituut), en in de zomer zijn er zoveel conferenties, zomerscholen en andere bijeenkomsten waar ik niet weg kan blijven dat er van het onderzoek zelf niet veel terechtkomt. In de herfst moet ik alle lecture notes componeren, en de moderne computertechniek laat iedere imperfectie zo pijnlijk duidelijk zien dat daar eerder meer dan minder tijd in gaat zitten.

Een andere, weliswaar zeer charmante, methode iemand de mond te snoeren is hem een grote hoeveelheid geld te schenken met de mededeling dat die aan research moet worden besteed. Jawel, de Spinoza-premie, en ik moest het dus nodig vinden voor dat geld onder andere een conferentie te organiseren: de Spinoza Meeting on the Quantum Black Hole.

En zodra hij toch weer dreigt te gaan onderzoeken kun je iemand een eredoctoraat aanbieden. Daar moet dan namelijk ook weer een lezing voor worden voorbereid.

Het zal ze niet lukken, net zo min als het bij Spinoza lukte. Er zijn die kleine momentjes. Helaas heb ik een gloeiende hekel aan die grote mammoethconferenties waar alle ego's van het vak zich gedwongen zien op een heel inefficiënte manier uit honderden voordrachten juist die verhalen te selecteren waarnaar ze niet willen luisteren, terwijl ze eigenlijk alleen maar acte de présence willen geven. Want een enkele keer gebeurt daar toch iets belangrijks, en dat heb ik nu dus net gemist.

Op één van die conferenties is er namelijk een nieuwe theorie gelanceerd, die door de meeste aanwezigen weer onmiddellijkl werd verworpen, zodat ik er niets over te horen kreeg, totdat zowaar een journalist me erover opbelde om mijn mening erover te vragen. Gedurende mijn kleine momentjes tussen de verhuizingsperikelen en de referee reports door, maalt die nieuwe theorie door mijn hoofd. Want zij is zo gek nog niet. De zwaartekracht, zo zegt deze theorie, is slechts getoetst op afstanden groter dan ongeveer één millimeter. Zou het mogelijk zijn dat de krachtwet aanzienlijk verandert wanneer je naar veel kleinere afstanden kijkt? 1 gedeeld door r tot-de-vierde inplaats van 1 gedeeld door r quadraat? Stel dat het zwaarteveld bij afstanden kleiner dan een millimeter denkt dat onze werel zes-dimensionaal is in plaats van vier?

"Hij begint weer over zijn crackpot-post te praten", zult U denken. Zeker, ik dacht ook dat het onzin was toen die journalist erover begon. Maar er zitten een paar merkwaardig goede kanten aan de theorie als je er verder over nadenkt, en ik heb nu ideeën die nog niet in druk ergens zijn verschenen. Wat er wel gepubliceerd is werkt nog voor geen meter, en terecht dat men er skeptisch over is. Maar het kan misschien beter, en dan zou dit een doorbraak kunnen betekenen.

Waarom zijn er nu toch nog mensen die de nieuwe theorie geloven, terwijl ze de echte argumenten niet kennen? Gewoon, de bedenkers hebben aangevoerd dat het allemaal uit de snarentheorie volgt. Het is een leugen, maar je moet een beetje conformistisch blijven als je het redden wilt in deze wereld. Dat wist Spinoza al.