Ei, ei,
Dames en Heren,

Wat u tot nu toe hebt aangehoord was slechts onwetenschappelijk broddelwerk van enige primitieven. Zo althans, ben ik geneigd te concluderen na een studie van het verfijnde gedachtengoed van een personage in de verhalen van Marten Toonder die zichzelf erin introduceerde als een zekere Professor Joachim Sickbock, van de Universiteit van Upswa. Het lijkt mij dat Upswa ergens in Zweden moet liggen, in ieder geval moet het een plek zijn waar een voortdurende gure wind waait en waar dikwijls stortregens uit de hemel plenzen.

Het valt mij niet gemakkelijk in deze serie besprekingen juist met deze persoon te beginnen, want zijn rol in de verhalen behoeft nogal wat toelichting. Wie is deze donkere gedaante, met flakkerende mantel, deze omstreden figuur, die, zoals zijn schepper beweert, het daglicht niet altijd verdragen kan? Moet ik de "wetenschap" die hij bedrijft hier analyseren? Daar zou, vrees ik, niet veel van overblijven. De wetenschap in Toonder's verhalen is nogal warrig; de "kwantenmechanica" zou bijvoorbeeld inhouden dat wens en werkelijkheid door elkaar heen gaan lopen, en als je erin slaagt de wortel uit min een te trekken zou je een tijdmachine kunnen maken. Ach, in mijn vak trekken we dagelijks de wortel uit min een, maar met de tijd gebeurt er niets, we komen nog steeds te laat op onze vergaderingen.

Sickbock acht zichzelf verguisd en miskend, terwijl hij de Rommeldamse samenleving (naar eigen zeggen) toch de zegeningen heeft bezorgd van wasmiddelen, zoetstoffen, insecten- en onkruidverdelgers, en hij heeft de grondslagen gelegd voor de computer. Als hij model moet staan voor de "gevestigde wetenschap", dan schetst Marten Toonder daar wel een heel grimmig beeld van. Pas later wordt dit beeld enigszins bijgesteld door de introductie van Professor Prlwytzkofski, een wat onhandige klungelaar in vergelijking met de kwaadaardige en gewiekste Sickbock. Prlwytzkofski wordt echt door nieuwsgierigheid gemotiveerd, waar het Sickbock slechts om machtswellust te doen is.

Wat of wie stond Marten Toonder voor ogen toen hij Sickbock creëerde? Ik ga nu betogen dat Sickbock niet model staat voor enig bestaand persoon, maar eerder voor een gedachte, zoals eigenlijk alle creaturen in zijn verhalen. Marten's wereld staat ook niet echt model voor de onze; zijn wereld is een droomwereld, waarin dieren praten als mensen, ja, het onderscheid tussen mens en dier is weggevallen. En niet alleen de levende natuur bij hem is anders dan bij ons, ook materie, energie, en de elementaire natuurkrachten lijken ineens een willetje te hebben. Zelfs de kwanten, ook al bewegen ze zich volgens de "kwantenmechanica van Planck", zijn ineens diertjes -- of mensjes? -- geworden. Kortom, zijn wereld is niet zoals onze werkelijke wereld is, maar zoals velen van ons die zouden willen hebben, een wereld waar gedachte, wens en werkelijkheid door elkaar heen lopen. Zijn wereld is een wereld van gevoelens; Marten is erin geslaagd de wereld te schetsen die er zou zijn als onze diepste emoties ineens bewaarheid zouden worden, waar gedachten en gevoelens ineens tot leven zijn gewekt.

En ook de personages in de verhalen beelden geen echte personen uit maar gedachten en emoties:
- Bommel: de façade, het conflict tussen werkelijkheid en wenselijkheid waar hij speelbal van is;
- Tom Poes: de analist, de puzelaar, het gezonde verstand;
- Dorknoper: de bureaucratie, de formaliteiten;
- Wammes Waggel: het plezier, de uitgelatenheid, de opgetogenheid.
- Hocus Pas: de magiër, zo'n persoon bestaat er in de werkelijke wereld uiteraard helemaal niet, maar wat er wel bestaat is de angst voor zijn duistere machten;
- Pee Pastinakel en Kwetal: de Greenpeacegedachte;
- Terpen Tijn: de anarchie.

Enzovoorts. En Sickbock? Sickbock vertegenwoordigt de Ivoren Toren van de Wetenschap, maar zijn kwaadaardigheid staat voor de angstgevoelens die velen van ons koesteren jegens die wetenschap, die almaar voortschrijdt, waar niemand meer controle over lijkt te hebben. Niet voor niets is zijn tronie steeds vaker te zien in de latere verhalen, want de Sickbockvrees leeft thans meer dan ooit:
- wie kent niet de angst van velen voor die uitvinding van hem, de computer?
- de angst voor de superlaboratoria zoals het CERN te Geneve, waar in een zesentwintig kilometer lange tunnel elementaire deeltjes onvoorstelbare dingen doen die niemand meer begrijpt, en ja hoor, het mondiale computernetwerk INTERNET komt inderdaad daarvandaan!
- de Brent Spar, Sickbock wilde die naar de bodem van de zee sturen, maar gelukkig hebben de Pee Pestinakels van deze wereld hem tegen kunnen houden;
- de stier Herman, weer een van Sickbock's uitvindingen, ditmaal tegengehouden door Dorknoper.
- het human genome project (Marten Toonder had dit woord zelf kunnen bedenken), hier is Sickbock bezig, atoom voor atoom de code van onze ziel bloot te leggen.
- en het klapstuk, jazeker, Chernobyl, hoe anders dan door een rekenfout van Sickbock kon de hele zaak daar in de lucht vliegen?

Geen wonder dat Sickbock bij de lezer zo weerzinwekkend overkomt; hij belichaamt alle "meedogenloze wetenschap". Het wordt ons goed ingepeperd: "wetenschap gaat nou eenmaal voor enig ongerief", stelt hij na een van zijn gemene streken, en: "Mooi is het niet, maar schoonheid is van geen belang als men maar wetenschappelijk te werk gaat", enzovoorts.

Hier nu, Dames en Heren, bevind ik mij in een netelige positie. Juist mij heeft men gekozen om deze Sickbock te bespreken, die bij zijn vele lezers, en ik denk ook bij Marten zelf, zoveel afschuw opwekt. In de werkelijke wereld ben ik een fan van Toonder, maar niettemin ook van Sickbock. In deze wereld heeft Sickbock toch wel heel wat knappe huzarenstukjes uitgehaald:

- niet alleen de computer, doch ook de televisie en de telefoon zijn immers Sickbockvindingen?
- en ook de grote verkeersvliegtuigen, stond niet heel Nederland te jammeren toen onze Fokker failliet ging?
- heeft niet de medische wetenschap menig staaltje van Sickbockvernuft vertoond?
- is het niet Sickbock geweest die kans heeft gezien mensen op de maan neer te zetten?
- is het niet zijn megawetenschap die ruimtesondes naar verre planeten heeft gestuurd en een supertelescoop in een baan om de aarde heeft gebracht, die beelden van het verre heelal naar ons toestuurt waaraan we ons iedere keer weer vergapen?
- en is het niet de "Big Science" die ons de meest fantastische inzichten heeft verschaft omtrent het inwendige van de allerkleinste materiedeeltjes?
Voor dit alles waren het genie en de gedrevenheid van vele Sickbocks onmisbaar, maar de Sickbock-angst zit diep, zoals niet lang geleden bleek toen het Amerikaanse congres een megaproject in de deeltjesfysica plotseling afbrak, hoewel het al miljarden had gekost. De Sickbockvrees beklemt de gemoederen van velen, vooral in Nederland. Bijna nergens ondervindt de kernenergie zoveel weerstand, werd er feller tegen kruiswapens gedemonstreerd, en voerde men harder actie tegen het afzinken van de Brent Spar. En nu zelfs de Prlwytzkofski's in onze wereld beamen dat eigenlijk het afzinken van dit gevaarte de beste oplossing voor het milieu zou zijn geweest, hoort men bijna niemand hier zeggen hoe mooi het was geweest als de vissen en andere levende en groeiende wezens van de diepzee zo'n mooi nieuw huis hadden gekregen.

Nee, in de werkelijke wereld is er aan Sickbock meer plezier te beleven dan aan Pee Pestinakel of Kwetal. Het Kwaad dat aan hem kleeft hoeft in onze echte wereld lang niet zo angstwekkend te zijn.


De wetenschappelijke uitrusting van een geleerde bevat ook een teller, maar de mijne is door ene Prlwytzkofski onklaar gemaakt, dus ik kan Uw lezersrangnummer helaas niet meer bepalen.

G. 't Hooft home page.