Onderwijs pagina G. Sleijpen

CALEIDOSCOOP 2, periode 3 en 4, 2013

Cursus code: WISB303

DOCENTEN

Het wordt op prijs gesteld om communicatie met de docent met betrekking tot dit vak niet via email te voeren (tenzij het niet anders kan natuurlijk). Kom langs of bel. Dat werkt prettiger, en vooral efficiënter!

INHOUD

Diversen onderwerpen uit de toegepaste wiskunde.

DOEL van het COLLEGE

Dit vak heeft de bedoeling om een beeld te geven van de veelkleurige werkelijkheid van de wiskunde in het dagelijks leven in Nederland, ervaring te laten opdoen met wiskundige kennisoverdracht, en kennis te laten maken met toepassingen van wiskunde.

WERKWIJZE

De studenten werken in groepjes van twee. Elk groepje nodigt een wiskundige uit, die in zijn werk wiskunde toepast. Het is geen wiskundige die aan een mathematisch instituut van een universiteit werkt. De wiskundige (verder te noemen: de gast) wordt uitgenodigd een voordracht te houden over de wiskunde in zijn werk, van twee keer drie kwartier.

Het groepje overlegt met de gast over welke voorkennis de gast bij zijn publiek verwacht, en verzorgt een voorbereidend college (ook van twee keer drie kwartier), waarin deze voorkennis wordt behandeld (en waarin ook iets wordt verteld over de gast en diens werk).
Bij het voorbereidend college hoort een dictaat. Het groepje maakt een dictaat van een pagina of zeven (dit is maar een grove indicatie), en zorgt er in ieder geval voor dat daarin ook een of twee opgaven staan.
Deze opgave(n) worden door de rest van de studenten gemaakt, en bij de docent ingeleverd. Deze geeft de opgaven dan weer door aan het groepje, dat ze nakijkt en een cijfer geeft. Het groepje geeft de nagekeken opgaven, voorzien van een model-oplossing en een nakijk-schema (normering), weer terug aan de docent. Die geeft later de opgaven weer terug aan de studenten.

Aan het eind schrijft het groepje een verslagje, dat bij de docent wordt ingeleverd.

TOETSING

Voor 5 onderdelen krijg je een cijfer:

  • Cijfer voor je voordracht (telt voor 25% mee)
  • Cijfer voor je dictaat (telt voor 30% mee)
  • Cijfer voor de opgaven in je dictaat, en het nakijken daarvan (telt voor 10% mee)
  • Cijfer voor de door jou gemaakte opgaven (telt voor 25% mee)
  • Cijfer van je eindverslag (telt voor 10% mee)

De cijfers voor voordracht en dictaat moeten minstens 5 zijn.

STUDIEBELASTING

7.5 ECTS

PLAATS, TIJD en DATA

Locatie: FG 611ab (Freudenthal Gebouw, voorheen Wiskunde Gebouw [Google maps])
Tijd : Op de dinsdagen van 13:15-15:00
Data : week 6 t/m 25 met uitzondering van week 11, 16, 18, 21.


Een extra zaalreservering is gemaakt

Locatie: BBL 169: Buys Ballot Gebouw (voorheen Buys Ballot Laboratorium [Google maps]).
Tijd : Op de donderdagen van 11:15-12:45
Data : week 6 t/m 25 met uitzondering van week 11, 16, 19, 21.

Bij dit college hoort een voorbereidende bijeenkomst in de eerste helft van januari, om groepjes te vormen en het begin van een werkrooster. Deelname aan deze voorbereidende bijeenkomst is verplicht!

PROGRAMMA

Klik hier voor het programma (werkrooster).

Aanwijzingen en regels

Hieronder vind je wat preciezere aanwijzingen en regels voor het college, en een voorlopig programma:

Het vinden van een gast

De meeste studenten kennen wel een wiskundige, die in het bedrijfsleven werkt, bij een overheidsdienst of aan een andere faculteit dan Wiskunde.

Voorbeelden van bedrijven en overheidsdiensten waar wiskundigen werken, zijn het KNMI, TNO, het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium, softwarebedrijven en banken.

Voor ideeën kun je ook te rade gaan bij andere docenten zoals Bisseling, Sleijpen, Gnedin, Dajani, Diekmann, e.a. die veel te maken hebben met stages van studenten bij andere instituten en bedrijven.

Aanwezig zijn en op tijd komen

De norm is, dat iedereen altijd aanwezig is en op tijd komt. Te laat komen is vervelend voor iedereen, met name voor je collega-studenten die aan de beurt zijn. Omdat het toch altijd voorkomt dat iemand echt verhinderd is of problemen heeft om op tijd te zijn, zijn de regels als volgt: een bij de docent van tevoren gemelde verhindering geeft 1 punt; een afwezigheid zonder kennisgeving vooraf geeft 1.5 punt. Te laat komen geeft .5 punt als het minder dan drie kwartier is; anders 1 punt. In totaal mag je niet meer dan 3 punten hebben. Heb je meer, dan kan je cijfer verlaagd worden of kan zelfs besloten worden dat je het vak niet haalt.

Beoordeling van de voordracht, het dictaat en de opgaven

Bij het beoordelen van de voordracht wordt natuurlijk gelet op stijl van spreken, bordgebruik en dergelijke; maar anders dan bij “Overdragen van Wiskunde” gaat de aandacht in de eerste plaats naar de wiskundige kennisoverdracht: zit het verhaal logisch in elkaar, zijn er geen hiaten in de argumenten, etc. Ook hoe je omgaat met vragen uit de zaal, wordt in de beoordeling betrokken.
Het cijfer voor de voordracht krijg je meteen na afloop van de docent te horen; deze zal doorgaans ook opmerkingen maken en het cijfer toelichten.

De bij de voorbereidende voordracht behorende opgave(n) (die door het groepje worden aangegeven) worden door de andere studenten gemaakt en de week na het voorbereidende college in het postvakje van de docent gelegd.
Wie een opgave niet inlevert, krijgt als default-waarde een 1. Lever altijd iets in, ook als je de opgave niet begrijpt! In het laatste geval kan het groepje misschien iets verduidelijken, en krijg je een tweede kans.

Als de docent de cijfers voor de opgaven van het groepje ontvangen heeft, krijgt dat groepje een (gemotiveerd) cijfer voor het dictaat en de behandeling van de opgaven.

Beoordeling van het eindverslag

In het eindverslag moeten in elk geval de volgende elementen zitten:

  1. Hoe is de voorbereiding met de gast geweest?
  2. Hoe ging de eigen voorbereidende voordracht? Verwerk hierin ook de opmerkingen van de docent.
  3. Hoe goed was het dictaat? Idem: opmerkingen docent.
  4. Evalueer, ook aan de hand van de gemaakte opgaven, hoe de kennisoverdracht van het voorbereidende college+dictaat is verlopen. Praat ook met je medestudenten.
  5. Bespreek vervolgens, of de voorbereiding adequaat was, gezien het verhaal van de gast.

Omgang met de gast

In de tekst "Schrijven in de Wiskunde" (die op de onderwijspagina's van het Departement Wiskunde staat onder de link "Schrijfwijzer"), vind je aanwijzingen (tip 6) over het schrijven van een uitnodiging van een gast.

Het groepje maakt een week van tevoren een aankondiging van de gastvoordracht, en stuurt deze naar Els de Vries (E.deVries2@uu.nl). Deze aankondiging wordt dan in het hele instituut verspreid.

Het groepje ontvangt de gast (biedt hem/haar in ieder geval in de pauze een kopje koffie aan) en zorgt ervoor, dat de door de gast gewenste technische apparatuur (bijv. beamer, laptop) aanwezig is en werkt.

De gast krijgt als attentie een boekenbon van 50 Euro en, indien gewenst, een reiskostenvergoeding (hiervoor zijn de vervoerskaartjes nodig) en een uitrijkaart (om kosteloos het parkeerterrein voor het FG te kunnen verlaten). Zowel voor het formulier voor de reiskostenvergoeding (in te vullen en te retourneren door de gast) met retour-envelop, uitrijkaart als voor de boekenbon kan je terecht bij Jean Arthur (7e verdieping, FG).

Voorbereiding van je eigen college

Wil je bij je voorbereidende college technische hulpmiddelen gebruiken, zorg er dan zelf voor, dat deze aanwezig zijn en werken. Overtuig je er ook van dat er genoeg krijt is, en een wisser.





  © Gerard L. G. Sleijpen   <G.L.G.Sleijpen@uu.nl>
  Last modified: