Ga naar osiris,
zoek op code (NS-120b) of naam, kies tabblad "Rooster"
Toelichting:
lees " werkcollege maandag 13:15-15:00 uur" als "toets ma 14-15 uur"
NB: maandag 11 sept al om 13:15, je krijgt dan een "zelfstest"
over vwo-vaardigheden.
Docent
Dr. Steven Wepster s.a.wepster apestaart gmail punt com
(uu punt nl kan ook maar gmail is betrouwbaarder)
gehuisvest in kamer 705 van het Hans Freudenthalgebouw
Assistenten BLOK 1
Marlou Slot (Super Teaching Assistant)
René van Westen (aio)
Bas Hofman
Marnix Vreugdenhil
Lars de Ruiter
Kevin Zwart
Werkgroepen
groep 1:
E, F, bijvakkers
Marlou, Marnix
groep 2:
G, H, GEO
René, Bas
groep 3:
I, J
Lars
groep 4:
K, L
Kevin
Boek en dictaat
R.A. Adams and Chr. Essex, Calculus: A Complete Course,
8th edition, Pearson, Toronto, 2013.
Boek en dictaat zijn te koop bij de boekenverkoop.
Tentamenstof en Toetsing
De tentamenstof bestaat uit alle opgegeven paragrafen uit boek en
dictaat, de behandelde theorie, toepassingen en
voorbeelden, en de opgaven. Uit de colleges en de opgaven
blijkt waar de nadruk op ligt.
Er is elke week een toets.
Door de toets krijg je feedback op je studievoortgang en je kunt er
punten mee verdienen.
Bij elke toets kun je +1, 0 of -1 punt
halen. Een -1 mag eenmalig (dwz: elke toets max 1x) gerapareerd worden tot een 0. Een niet
gemaakte toets telt als -1 en mag niet gerepareerd worden.
Indien de som van de toetspunten POSITIEF is dan krijg je als
tentamenresultaat minimaal een 4,0, ook als je het tentamen slechter
zou maken. Met de toetsen kun je dus recht op herkansing veiligstellen.
Bij toetsen en tentamens mag GEEN electronica (waaronder rekenmachines,
telefoons) gebruikt worden en ook GEEN naslagwerken (formulekaarten e.d.).
Cursusideologie
Wiskunde leer je alleen door
DOEN en niet door alleen te kijken hoe iemand
anders (bijv docent) het doet.
Let op, het tempo ligt hoog en de stof is echt
moeilijker dan op het VWO.
Om dit vak te halen moet je daarom de volgende
aanwijzingen in acht nemen.
TIJD: Besteed 20 uur per week aan WisTech.
Dit is de nominale studietijd maar als je achterstanden hebt zal
het waarschijnlijk niet genoeg zijn.
VOOR HET HOORCOLLEGE:
Lees de studiewijzer, kijk in het boek, kijk pencasts. Probeer de
makkelijke opgaven.
Als je wilt: vul voor jezelf de
checklist
in.
Je hoeft het nu nog niet allemaal te
begrijpen. Je moet wel weten wat je uit het hoorcollege wilt
halen. Wat zou je bij het college willen vragen?
BIJ HET HOORCOLLEGE:
Wat wil je er wijzer worden? Heb je je goed
voorbereid? Wel of niet aantekeningen maken is eigen
keus.
PRATEN BIJ HET HOORCOLLEGE is verboden.
Iedereen moet zich goed kunnen concentreren op wat de docent
vertelt. Als je liever zelf praat dan is het hoorcollege voor jou
niet geschikt. Whatsapp, facebook en zo leiden ook heel erg af
maar daar heb je alleen zelf nadeel van, dus vooral doen (en
alvast succes met je BSA...)
PROBEER OPGAVEN EERST IN JE EIGEN TIJD.
Het zijn huiswerkopgaven. Je hoeft ze niet per se allemaal te
maken; kijk wat je nodig hebt als oefenstof. De makkelijke opgaven
zijn inkomertjes. Van de lastige leer je het meest.
REFLECTEER OP ELKE OPGAVE.
Wat heb je van de opgave geleerd?
Als een opgave vooraf erg moeilijk leek: hoe ben je er doorheen gekomen?
Waarom werkte je eerste
aanpak wel/niet?
Zou het ook op een andere manier kunnen?
Wat als je de opgave een klein beetje verandert?
Had je de uitkomst kunnen zien aankomen?
VAN DIT SOORT VRAGEN LEER JE HET MEEST!
BIJ HET WERKCOLLEGE kun je hulp vragen
over lastige opgaven en stof, als je er zelf niet uit
kwam. Op dinsdag zal je ook
groepsgewijs aan een (wat lastiger) opgave kunnen werken.
Normaal gesproken zul je met de opgaven 1 a 2 colleges achter
lopen. Schroom vooral niet om vragen te stellen over oudere
opgaven!
Bij het werkcollege mag je niet aan andere vakken werken: dat doe
je maar ergens anders.
TOETSEN:
Elke maandag is er een korte toets over de stof van de
week ervoor.
Een deel van de toets gaat over standaard rekenwerk
dat je inmiddels behoort te kunnen, maar er zitten ook vragen in
waar je wat inzicht voor nodig hebt.
Door de toetsen krijg je een idee of je op de goede weg bent.
Bovendien krijg je belangrijke feedback op het begrijpelijk
opschrijven van een wiskundige redenering. Zie
de regels waaraan een goede uitwerking
moet voldoen.
ZORG DAT JE BIJ BLIJFT!
Met 3 colleges per week loop je achter voor je er erg in hebt.
Lees "Lof der Lezing": een onthullend artikel over het volgen van wiskundige colleges (en andere voordrachten).
Vectorrekening: paragraaf 1.1 t/m 1.6, leeswijzer 0.3
NB: alle opgaven in het vectordictaat vormen onderdeel van de
tekst. Je kunt ze het beste allemaal in volgorde maken.
aantekeningen,
conceptest
A2: 3, 5, 6, 9, 10, 17☆, 18, 19
☆ noot 1: de tekst tussen opg 17 en 18 lezen als:
Excersise 17 suggests that...
☆ noot 2: definities van cosh en sinh zijn geen tent.stof
2.2 t/m 2.5 Basis diff.
2.10 Primitiveren en differentiaalvergelijkingen (d.v.)
leeswijzer 0.5 en het begin van 0.7
toets aantekeningen,
conceptest
TIP: Wees hier selectief met de opgaven: gebruik ze om je zwakke
plekken aan te pakken. Van 2.1 t/m 2.5 misschien wat
opg overslaan, maar 2.10 zal nieuw zijn.
5.1 t/m 5.5 Basis integreren, leeswijzer 0.7 en 0.8
3.4 en 7.9, leeswijzer 0.8
NB ☆: alle opgaven van 5.4 gaan ZONDER primitiveren!
Zorg dmv de opg dat je een goede basis integreren hebt.
aantekeningen,
conceptest
makkelijk:
5.1: 6, 14, 21
5.5: 2, 4, 8, 12, 14, 17 EN VRAAG JE AF of je de antwoorden
gelijk had kunnen zien.
3.4: 29
7.9: 1, 3, 4, 5
5.1: 29, 33 (dit is extra: leuk als je het ziet, niet nodig)
5.3: 11, 13
5.4☆: 16, 42
5.5: 45, 50 (vrij makkelijk als je de vraag goed leest!), 51
(lastig)
3.4: 32
7.9: 16
lim tan(2x)/x gaat ZONDER stelling van l'Hopital (dat is een
stelling die vaak verkeerd gebruikt wordt en pas veel later in de
cursus aan bod komt, dus NIET NODIG):
Zelf Keplers wetten afleiden uit het gravitatiebeginsel van
Newton. Het college Mechanica gaat hier in de volgende week
op verder.
Werkwijze:
Je krijgt een opgavenset
die je stap voor stap door de
afleiding voert. We beginnen al in het HC hieraan (na een
korte introductie). Het WC van donderdag en maandag kun je
gebruiken om hulp te vragen. Maandag om 15:00 lever je de
uitwerking in bij je WC-begeleiding (dit mag in groepjes van
maximaal 2 studenten). De uitwerking wordt beoordeeld en telt
als laatste toets. Doe het in 1x goed want er is GEEN REPARATIE.
Wiskunde is niet goddelijk, en gij hoeft haar niet te aanbidden: maar
gij zult wel dagelijks oefenen.
Ken uw sterkten en uw zwakheden, opdat gij geen vals beeld
van uw capaciteiten zult maken.
Misbruik de algebraïsche vaardigheden niet, maar beheers ze tot
in de puntjes.
Houd uw rust in ere: vermijd ingewikkelde berekeningen als er
een korte, simpele weg is.
Eer uw symbolen en formules: behandel ze met zorg en aandacht,
begrijp hun betekenis en laat ze niet wegglippen.
Keer op uw schreden terug als het water tot aan uw lippen
staat of als u door de bomen het bos niet meer ziet. Waarschijnlijk
hebt gij in een eerder stadium iets over het hoofd gezien.
Deel niet door nul: wees op uw hoede, het onding houdt zich verborgen en
kruipt onder de deelstreep als gij even afgeleid bent.
Raak niet in paniek, maar identificeer het gevaar en neutraliseer het.
Wantrouw uw antwoorden totdat zij zich bewezen hebben.
Begeer pas de volgende opgave nadat u op de huidige gereflecteerd hebt:
wat werd er gevraagd, wat leek u moeilijk, en hoe hebt gij overwonnen.
WisTech 2
WisTech 2 t.o.v. WisTech 1
Docent, boek en dictaatVectorrekening
(versie 2017) zijn hetzelfde (zie boven; de leeswijzer was
alleen voor wistech1).
Assistenten:
Tjebbe Hepkema (Super Assistent)
Tijn Berends (AiO)
Nico Rühling
Lars de Ruiter
Erik van de Winkel
Thomas Flöss
Werkgroepen: indeling volgens tutorgroepen LET OP: DEZE INDELING IS MISSCHIEN NIET IN OVEREENSTEMMING
MET WAT JE STUDIEPLANNER BEWEERT. NEGEER STUDIEPLANNER! ZIE
ONDERWIJSCATALOGUS VOOR ROOSTER.
groep 1:
E, F, K en bijvakkers
Tjebbe en Erik
groep 2:
G, H, L en Beta+
Tijn en Nico
groep 3:
I, J
Lars en Thomas
Rooster:
Ga naar
de onderwijscatalogus,
zoek op code (NS-121b) of naam, kies tabblad "Rooster".
Stof: De tentamenstof bestaat uit alle
opgegeven paragrafen uit boek en dictaat, de behandelde theorie,
toepassingen en voorbeelden, en de opgaven. Uit de colleges en de
opgaven blijkt waar de nadruk op ligt.
Toetsing: Er is om de week een toets welke -1, 0 of +1
oplevert. Indien ALLE vier toetsen gemaakt zijn en de som
NIET-NEGATIEF is dan krijg je MINIMAAL een 4 voor
het tentamen (en dus recht op herkansing).
De toetsen zijn op
maandag van 14 tot 14:45 in de werkcollegezalen. De rest van het
werkcollege op maandag is er geen assistentie. Reparatieregeling:
zie bij wistech1.
Toetsdata: 27 nov, 11 18 dec, 8 jan, 22 jan.
Achterlopen: Aan het eind van de cursus komt
alle stof van de voorgaande weken
samen in een zeer belangrijk en tamelijk abstract stukje theorie.
Dus zorg dat je bij blijft, of werk een eventuele achterstand zo
spoedig mogelijk weg!
Zorg in ieder geval dat je na de kerstvakantie helemaal
bij bent.
GEEF TOELICHTING BIJ JE UITWERKINGEN
Bij de toetsen en tentamens van WT2 is het VERPLICHT om bij
uitwerkingen te
zorgen voor voldoende verklarende TEKST. De minimumeisen zijn:
de
STATUS Van al je formules moet expliciet vermeld
zijn, zoals:
is dit wat je aan moet tonen (bijv: we moeten laten zien dat
grad(φ)=F),
of is dit een standaardregel (bijv: de algemene uitdrukking van de booglengte
van een kromme),
of iets wat je stelt of kiest (bijv: kies parametrisering
r(t)=(t, t+1, t-1)),
of een resultaat uit eerdere berekening
(zo ja: waarvandaan),
etc.
De algemene STRATEGIE die je volgt moet duidelijk zijn zonder
alleen naar de formules te kijken: dit bereik je door op te schrijven
wat je gaat doen (bijv: "subs bolcoordinaten", of: "nu integreren",
etc). Dit helpt ook om aan eis 1 te voldoen.
Alle LETTERS voor variabelen, functies etc die je
gebruikt zijn gedefinieerd, hetzij in
de opgave hetzij in je uitwerking (bijv.: laat n de
normaalvector op het oppervlak zijn).
De toereikendheid van je toelichting zal meewegen in de beoordeling.
Uitwerkingen ZONDER TEKST zullen standaard met 0 pt gehonoreerd
worden (m.u.v. hele eenvoudige berekeningen waar toelichting evident niet
nodig is: you better be safe than sorry!).
Voorbeelden: zie uitwerkingen van oude
(her)tentamens en toetsen online. We begrijpen dat je op tentamen geen
gebalanceerd en stylistisch fraai proza schrijft (maar het mag wel).
Gebruik de TOETSEN om te testen of je deze eisen begrijpt en kunt
toepassen (again: you better be safe than sorry!). Je kunt ook
de werkcollege-assistenten vragen om hulp en/of feedback.
Ander aandachtspuntje: KLADPAPIER is bedoeld voor probeersels,
geheugensteuntjes, tussenberekeningen en zo.
PAK KLAD als je twijfelt over de juiste
AANPAK van een opgave. Vervuil
je tentamenpapier daar niet mee.
Ga je uitwerking pas in het net schrijven als je
je aanpak hebt uitgetest en voelt dat je op goed spoor zit.
Triviale tussenstapjes hoef je niet op te schrijven, als maar wel
duidelijk is hoe je van begin naar eind komt.
TOT SLOT: Sla een wiskundeboek (bijv Adams)
open. Stel je voor dat
alle tekst ontbreekt en dat er alleen formules staan. Kun je het
boek nog lezen? Conclusie voor je eigen uitwerkingen?
De opgaven in het vectordictaat maken deel uit van de tekst,
maak ze dus allemaal bij het bestuderen van de tekst.
3.20 is wat abstracter (en leuk!)
3.21, 3.28 ook wat moeilijker en 3.39 een echte
inzichtvraag.
Opgave 2.5 is goed om nog eens te herhalen nadat je
de matrixtaal onder de knie hebt.
In Adams 10.7 staan nog meer (reken)opgaven om mee te
oefenen. Regel van Cramer overslaan.
Voor tentamen: je kunt met matrices en determinanten werken en
je begrijpt hun
betekenis in de contexten van stelsels vergelijkingen en
meetkundige transformaties. Ook het kunnen verifieren van
eigenschappen door uitschrijven in coordinaten is belangrijk.
boek 12.1 en 12.2: functies van meer variabelen,
contourlijn, continuiteit
10.1 p.568-9: de terminologie van open, closed, boundary etc
wordt regelmatig gebruikt, hier staat wat die woorden precies
betekenen.
toets, aantekeningen,
conceptest
14.3 oneigenlijke integraal
14.4 substitutie van coordinaten
NB we lopen een dagje achter dus we beginnen bij de stof van
maandag... aantekeningen,
conceptest
toets
14.7 toepassingen
15.1 vectorveld
(vanaf Nonlinear Systems overslaan)
aantekeningen
Voor conceptest zie donderdag 14 dec.
OPMERKING: van 15.1 is alleen het begrip vectorveld en
veldlijn (stroomlijn, vele andere namen) belangrijk. Het
exliciet uitrekenen van veldlijnen hoeft niet, maar in de
opgaven die over veldlijnen gaan kun je wel makkelijk zien wat
de veldlijnen zijn.
15.2 conservatief veld
(Sources/Dipoles minder belangrijk)
15.3 lijnintegraal in scalarveld
aantekeningen,
conceptest
Lijnintegraal in scalarveld schuift door naar donderdag en
naar verwachting zijn we dan weer bij.
De meetkundige kant van stelsels vergelijkingen:
vectordictaat hst 4 en boek 10.4.
aantekeningen helaas niet vandaag,
conceptest wel
Van het dictaat weer alle opgaven en verder:
uitleiding over de oorsprong en betekenis van de stof in WisTech2 slides
Voor wie de TOETS gaat repareren: er
zaten een paar kleine foutjes in, die zijn
in deze versie hersteld.
Reparatie donderdagochtend inleveren bij hertentamen WT1 of
bij werkcollege.